Harrigan

Als politie-inspecteur Harrigan in de jaren ‘70 terugkeert in zijn geboortestad Newcastle, treft hij daar een chaotische sfeer aan. De stad lijdt onder een zware economische crisis. Harrigan gaat aan het werk bij de plaatselijke politie en beseft al gauw dat de situatie er alleen maar slechter op wordt. Zijn chef, Larson, ziet hem als een onruststoker en probeert hem steeds te dwarsbomen. Op een dag negeert Harrigan de orders van Larson en stelt hij een onderzoek in naar een inbraak. Gaandeweg ontdekt Harrigan dat de zaak verband houdt met grootschalige illegale activiteiten van een lokale bende. Maar door zijn eigengereidheid staat hij er nu alleen voor. Hij heeft nauwelijks bevoegdheden en op steun vanuit het politieapparaat hoeft hij niet te rekenen. Al gauw wordt duidelijk dat Harrigans speurwerk leidt tot onrust in de buurt. Het komt zelfs zover dat een oude vriend van hem wordt doodgeslagen door zijn vijanden. Vanaf dat moment wordt zijn zoektocht naar gerechtigheid heel persoonlijk. Dit betekent oorlog!